Bespreking eigenschappen Southerly 105. Na ca. 1 jaar ervaring. Algemeen zou ik de Southerly 105 als een zuivere toerboot willen beschrijven. Hij biedt veel comfort bij matige zeilprestaties, is nauwelijks sneller dan mijn vorige boot, een Etap 26. Dit komt o.a. door het vrij geringe zeiloppervlak. Voordeel hiervan is weer dat je niet snel hoeft te reven. Op mijn boot zit als extra een soort dubbele bolle jan. Daarmee zijn ook bij minder wind vanaf ongeveer 60 graden aan de wind tot voor de wind redelijke prestaties mogelijk. Ik heb hier nu nog geen stripper (een soort slurf die je om het zeil trekt voor het strijken) bij, wel besteld. Zonder zo'n stripper is een dubbele bolle jan erg lastig te strijken en te bergen. De boot heeft een vrij klein roer met beperkte uitslag. De overbrenging heeft door de kabels etc. wat vering en wat speling. Een en ander hangt samen met het ontwerp van de boot zoals de mogelijkheid het roer op te halen voor droogvallen en de achterkajuit. Dat vraagt wat gewenning en heeft bovendien tot gevolg dat de stuurautomaat bij het zeilen moeite heeft om de boot goed op koers te houden. Waarschijnlijk moet ik op mijn boot nog een roerstandaanwijzer koppelen met de stuurautomaat om deze beter te laten werken. Maar bij redelijk constante wind en een koers hoger dan halve wind is een stuurautomaat vaak niet nodig, mijn boot blijft bij vast zetten van het roer vaak tijden lang goed op koers. Varend met stuurautomaat op de motor slingert de boot wat meer dan ik van mijn vorige boot gewend was, maar niet zo dat dat op wat ruimer water een probleem is. De boot is ouderwets getuigd, een klein grootzeil en grote genua. Bij aan de wind varen met wat meer wind vraagt het aantrekken van de genua ook met de vrij zware, self-tailing lieren op mijn boot veel kracht. Mijn vrouw krijgt hem niet helemaal aangehaald, het laatste stukje moet ik altijd zelf doen. Ik overweeg daarom een gewone fok erbij te kopen, maar dan moeten er ook extra railtjes komen omdat de huidige rails voor het genuablok niet ver genoeg naar voren doorlopen. Het normale varen op de motor gaat probleemloos. Wel moet je er op letten dat de boot standaard geen motorbediening bij de binnenbesturing heeft. Die binnenbesturing is dus alleen bruikbaar als je zeker bent dat je langere tijd met constante snelheid kunt varen. (Haven)manoevres op de motor vragen oefening door het vrij kleine roer, de beperkte uitslag en het sterke wieleffect van de schroef. De ligplaats die ik op dit moment heb kan ik b.v. niet over stuurboord indraaien. Ik vaar er eerst voorbij, keer dan de boot over bakboord en vaar dan terug om daarna over bakboord de ligplaats in te draaien. Door het kleine roer met beperkte uitslag heeft de boot een vrij grote draaicirkel. Bij draaien over bakboord is het echter mogelijk door gebruik te maken van het wieleffect (bij het ingaan van de draai de motor achteruit zetten, hoe meer gas, hoe scherper de boot draait) vrijwel op de plaats te draaien. Achteruit varen is om dezelfde reden lastig. De boot moet eerst wat snelheid hebben voor hij naar het roer luistert. Tot op dat moment bepaalt de wielwerking welke kant de boot opgaat. Bij wat meer wind moet er bovendien rekening mee worden gehouden dat de vrij hoge opbouw veel wind vangt, waarbij de boeg bij lage snelheid snel wegwaait. Het kielmechanisme lijkt me degelijk. Alleen moeten de kabels waarmee de kiel opgehaald wordt volgens de werf elke 5 jaar worden vervangen. Bij mij vertoonden ze duidelijke slijtplekken, dus heb ik bij de werf nieuwe besteld die ook vlot geleverd werden maar wel duur zijn. In de kabels zit aan 1 kant een bronzen oog dat om een as moet die in de kiel zit. Die as is weer geborgd met een boutje. Bij een poging dit los te draaien is het boutje afgebroken, dat moet ik nu dus eerst uitboren, een lastige klus omdat er bijna niet bij te komen is. Daarna moet deze as uit de kiel getrokken worden. Het ziet ernaar uit dat dat ook een lastige klus wordt omdat de bronzen ogen van de oude kabels aan de kiel en as vast zijn gaan zitten door oxidatie. Voorlopig heb ik nieuwe kabels om de oude ogen geknoopt, dat werkt opzich goed maar is geen ideale oplossing. Over osmose gevoeligheid kan ik niets zeggen. Er was toen ik hem kocht geen verhoogd vochtgehalte te meten in de huid, zowel aan de binnenkant als aan de buitenkant gemeten. Algemeen kan ik nog zeggen dat de werf zeer hulpvaardig is, altijd een snelle en deskundige reactie op per email of telefonisch gestelde vragen. Het bovenstaande klinkt misschien wat kritisch, maar ik heb er geen moment spijt van dat ik deze boot heb gekocht, en met wat ik er nu van weet zou ik hem weer kopen. En ook mijn vrouw is in de loop van het jaar dat we deze boot nu hebben steeds enthousiaster geworden, ze stelt het comfort van de boot erg op prijs, voelt zich veilig op deze boot en vindt het erg leuk om naar plekken te kunnen gaan waar maar weinig boten kunnen komen. Het is duidelijk een boot voor een bepaald type zeiler. Ben je dat, dan wil je niet anders, ben je dat niet, blijf er dan ver van. De boot heeft veel voordelen: droog kunnen vallen, binnenbesturing, veel ruimte en comfort, maar ook de daarbij behorende nadelen: matige prestaties, lastig manoevreren, veel windvang. Extra's zoals een ophaalbare kiel en een ophaalbaar roer leiden ook altijd tot extra onderhoud. Iedereen moet maar voor zichzelf beslissen wat zwaarder weegt, de voordelen of de nadelen. Aart Koelewijn Aanvulling 2009 Ik heb dit jaar eindelijk nieuwe zeilen laten maken bij Hopman Sails (Spakenburg). Het grootzeil iets groter dan standaard met de twee bovenste latten doorlopend tot de mast, verder met twee reven in plaats van drie en als extra een cunningham-hole. De genua is iets kleiner dan de oude. Met de nieuwe zeilen zeilt de boot duidelijk sneller dan met de oude, hij kan nu aardig meekomen met vergelijkbare boten. Ook vaart de boot met duidelijk minder helling en is minder loefgierig. De loefgierigheid is zelfs zo verminderd dat er bij wat minder wind nauwelijks druk op het roer is. De speling en vering in het roermechanisme hebben dan tot gevolg dat de boot wat zoekerig wordt. Bij opkruisen bij wat meer wind blijkt het cunninghamhole prima te voldoen. Het grootzeil is hiermee vlakker te trekken, met als gevolg dat de boot hoger aan de wind loopt met minder helling. Al met al zijn deze zeilen zeker de investering waard, de boot zeilt onder alle omstandigheden duidelijk beter dan voorheen, waardoor het zeilplezier ook duidelijk is toegenomen. Aart